02 december, 2009

De Kuifaalscholver

De havenpieren van Scheveningen leveren vaak een verassing op. Zo ook vorige week toen er een Kuifaalscholver werd gemeld op www.Waarneming.nl. Uiteraard was ik van de partij en wilde deze Kuifaalscholver heel graag zien. Tijdens mijn zoektocht op de zuiderpier dook rechts van mij een Aalscholver op met een klein visje in zijn bek. Zou dit hem zijn! Wat op viel was de slanke kop en de naar verhouding dunne snavel op. Ook de witte keelvlek en de volledig gele snavel wijken af van een gewone Aalscholver. Dit kon niets anders zijn dan de Kuifaalscholver! Snel bracht ik de fotospullen in gereedheid. Wat zal ik doen, digiscopen (een pocketcamera in combinatie met een telescoop) of met mijn dslr-camera aan de slag. Ik koos voor het laatste. Een bewegend object is in het laatste geval makkelijker te volgen. De vogel was intussen heel energiek aan het vissen en had kleine pauze momenten tussen het duiken door. Hier moest ik het van hebben. Om de 3 a 4 minuten kwam de Kuifaalscholver met een visje boven en was heel succesvol. Al moet wel gezegd worden dat er wel hard voor gewerkt moet worden! Na ca. een half uur leek de vogel verzadigd, bleef aan de oppervlakte en zwom ondertussen verder van de pier af. Nu werd het tijd voor een grondige poets- en wasbeurt. Aalscholvers, dus ook de Kuifaalscholvers missen de vetklier die eenden wel bezitten. Hiermee maken eenden hun verenpak waterafstotend. Het nadeel is dan weer dat duiken wat moeizamer gaat. Elk voordeel heeft zijn nadeel. Kuifaalscholvers zijn typische zeevogels en komen in Europa voornamelijk langs de noordelijke rotskusten van de Atlantische oceaan voor. Ook in de Middellandse zee kan je ze aantreffen. In de wintermaanden gaan ze zwerven en komen dan ook in kleine aantallen in de Noordzee voor. De Kuifaalscholver is kleiner en slanker dan de gewone Aalscholver. De volwassen exemplaren zijn zwart tot donkergroen. De juveniele (jonge) exemplaren zijn donkerbruin waarbij het wit op de borst ontbreekt. Verder heeft de volwassen vogel een kuif. Vandaar de naamgeving. Een ander verschil ten opzichte van de Aalscholver is de dunne snavel in de vorm van een potlood en de witte keelvlek. De Kuifaalscholver is een typische kolonievogel en broedt in grote aantallen op rotskusten waarbij richels en holen worden benut voor hun nesten. Het nest wordt gemaakt van zeewier, visresten en alle andere afvalzaken die we helaas in de zee aantreffen. De Kuifaalscholver is een echte viseter en jaagt op sprot, sardine, lodde, jonge haring, kleine kabeljauw en zandspiering. Ook een kreeftachtige wordt niet versmaad. Gelukkig ben ik niet voor niets naar Scheveningen gegaan en kon deze prachtige waarneming doen.

02 oktober, 2009

De Turkse tortel een successtory

Natuur in onze omgeving

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 10-2009

Het verhaal van de Turkse tortel is echt een
successtory. Tot 1900 kwam de soort alleen voor in Turkije maar heeft zich daarna sterk uitgebreid in westelijke richting. In 1949 werd het eerste broedgeval in Nederland vastgesteld bij Oldebroek in Gelderland. Nu komen ze voor in geheel west Europa met uitzondering van IJsland en noord Scandinavië. De Turkse tortel kan zich opmerkelijk snel voortplanten en wel 5 broedsels per jaar grootbrengen. Zelfs de jongen uit het eerste legsel nemen in hetzelfde jaar al weer deel aan de voortplanting en brengen ook weer zelf een nest groot. Het zijn dus echte “tortelduifjes”. Bij de duiven en dus ook bij de Turkse tortels is het gebruikelijk dat er per legsel twee eieren worden gelegd. Dankzij de duivenmelk lukt het ze heel vaak de jongen groot te brengen. Op deze manier heb je natuurlijk wel een supersnelle voortplanting! Turkse tortels zie je nu bijna overal in parken en tuinen. Broeden doen ze graag in coniferen of klimop waarin ze hun nest goed kunnen verbergen. De Turkse tortel is een cultuurvolger en maakt graag gebruik van de mogelijkheden die de mens ze biedt. Vooral waar sprake is van graanoverslag of opslag van veevoer vindt je de Turkse tortel om een graantje mee te pikken. Dat ze daarbij niet schuw zijn zal niemand verwonderen. Naast de Turkse tortel komen in Nederland nog een aantal duivensoorten voor zoals de Houtduif (de grootste van het Stel), de Holenduif (zeer schuw) en de Zomertortel (de mooiste en elegantste).  Het geluid dat de Turkse tortel maakt lijkt op het geluid van de Houtduif. De Turkse Tortel zegt: "Ik groet u" en de Houtduif zegt: "Ik groet u zoet lief”. Een ezelsbruggetje is altijd handig als je vogelgeluiden wilt herkennen en onthouden! Je kan zeker stellen dat de Turkse Tortel aan aanwinst is voor onze avifauna, te meer omdat ze volledig op eigen kracht naar Nederland zijn gekomen. Dat geldt niet voor b.v. de Nijlgans en de Halsbandparkiet. Onder biologen nogal omstreden omdat ze het biologisch evenwicht zouden verstoren!