De Winterkoning is een van onze kleinste vogels en kleiner dan een Huismus. De Winterkoning heeft een kort gedrongen lichaam. Het verenkleed is roodbruin met fijne donkere dwarsbandjes. Hij heeft een smalle lichte wenkbrauwstreep en een fijne snavel. De roep is een smakkend 'tseck'. De alarmroep is 'trik trik' die vaak versneld wordt tot een snorrend 'trrrrrrrrrrik'. De zang is een gevarieerde, explosieve opeenvolging van snelle, rollende trillers. De Winterkoning is een wijdverspreide broedvogel in bossen, parken, tuinen met voldoende ondergroei. Het is een standvogel die het hele jaar in uw tuin is te zien en vooral is te horen.Zijn zang klinkt overal bovenuit. In tegenstelling wat zijn naam doet vermoeden leggen veel Winterkoningen bij een strenge winter het loodje. Omdat het pure insecteneters zijn kunnen ze in de wintermaanden moeilijk aan voedsel komen. Ze produceren meerder legsels per jaar en kunnen na de winterdip zeer snel de populatie weer herstellen. Het nest van de Winterkoning is een gesloten bouwsel, welke zich meestal vlak bij de grond bevindt in een dichte ondergroei of in nissen. Het mannetje maakt meerdere nesten waaruit het vrouwtje kiest. De Winterkoning eet insecten en insectenlarven, kleine wormen en spinnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten