04 augustus, 2016

Kauw

De kauw is een zwarte middelgrote vogel, met een grijs achterhoofd, hals en buik en de ogen zijn   lichtgrijs. Vergeleken met andere kraaiachtigen heeft de Kauw een korte kleine snavel. Ze lopen parmantig rechtop. Het is een intelligente en sociale vogel. In de herfst vormen ze grote groepen en slapen gezamenlijk in bossen of stadsparken. Het zijn uitstekende vliegers, die ook vaak samen met   andere kraaiachtige worden gezien. Ze leven vaak in de nabijheid van mensen. De Kauw is een alleseter en eet zaden, vruchten, insecten, aas, maar ook  kuikens en eieren van andere vogels. Deze   holenbroeder broedt in schoorsteenpijpen, luchtkanalen, boomholten, nestkasten, nissen van kerktorens ook worden verlaten nesten van andere vogels gebruikt. Ze verstoppen nog al eens rookkanalen met hun nestmateriaal en zijn daarom soms minder geliefd. Als het nest jaren achtereen wordt gebruikt, ontstaat een  grote opeenhoping van nestmateriaal. Het vrouwtje broedt de drie tot zeven eieren uit in 17 - 18 dagen en wordt in die tijd door het mannetje gevoerd. Na ongeveer een maand kunnen de kuikens uitvliegen. Een broedkolonie kan wel uit honderden paren bestaan. Ze kunnen behoorlijk huishouden op de voedertafel en zijn echte alleseters. Vetbollen worden snel met grote happen opgegeten. Het beste is dit te voorkomen door de vetbollen in een netje aan te bieden aan een dunne tak die alleen voor mezen geschikt is. Kauwtjes missen de acrobatiek van de Koolmees en Pimpelmees en kunnen niet balanceren op hun kop aan een vetbol.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten